2001 Eclipsreis Afrika
Datum: 9 t/m 23 juni 2001 Tekst: Lourens de Vries Opmaak/foto’s: Jos de Vries
Witte neushoorns in Matobo.
9 juni: Na aankomst op Schiphol alvast kennis gemaakt met Jaap, Greet en Ton. Voor de visa moesten we nog even op de (pas)foto. In de 767 kennis gemaakt met de familie Bielleman. Het bleek dat groep A van Baobab de rechterkant van het vliegtuig bezet had. Reisleidster Suzanne bleek ook aan boord. Ik vond de reisinformatie op het scherm heel prettig met die handige kaartjes.
10 juni: Boven de Sahara ontvouwde zich onder andere het sterrenbeeld Schorpioen,in zijn geheel te zien vanuit het raampje. Via Nairobi (de eerste Afrikaanse vogels- en sprinkhanen!) eerste voet op Afrikaanse bodem gezet en kennis gemaakt met Niels en René. Suzanne verklaarde met behulp van haar vogelboek de nieuwe soorten vogels. Waaronder Bonte Kraai(Pied Crow), Zwarte Wouw (Black Kite) en Koereiger (Cattle Egret). De reis vervolgde met een Airbus A 310 – 300 via Lilongwe, Malawi (sommige Baobappers dachten dat ze al in Lusaka waren en wilden uitstappen) richting Lusaka, Zambia.
Daar aangekomen voorspelde de zware bewolking weinig goeds voor een succesvolle eclips, maar goed, het zou nog elf dagen duren en het zou allemaal goed komen. Prachtige kindertekeningen trouwens in de hal.
Onze truck
Na de eerste douane strubbelingen met hulp van een non liepen Jos en ik enthousiast naar de verkeerde Baobab groep (B). Hier liepen we de eerste vertraging op. Na een sprintje maakten we kennis met de rest van groep A, onze safarigele Mercedes truck en haar Australische berijders, Mick (onze chaufeur, “Thanks Mate, no problem”) en Marleen (onze kok, “that’s lovely” ). Na een hobbelige weg (“this is the best road”, riep Mick nog) en de eerste anekdotes van Alfred belandden we op camping Pioneer ten noordoosten van Lusaka. Onderweg werden door de bewoners van Zambia enthousiast toegewuifd, ik was heel verbaasd dat de mensen hier zo vriendelijk zijn. We zetten de tenten op (Jos en ik waren weer de laatsten) gingen eten en maakten kennis met een nieuw fenomeen: Wapperen. Dit droogwapperen van de afwas verdient de voorkeur boven bacterierijke droogdoeken. Na de belangrijkste mededeling van Suzanne van deze vakantie, deden we de kennismakingsronde. Er bleken nogal wat IT-ers in onze club aanwezig. Het viel op dat zodra de hete zon achter een wolk verdween de temperatuur gelijk zo’n 10 graden zakte. Volgens mij een gevolg van de heldere lucht. Dat de lucht goed helder was bleek al snel na zonsondergang. Ik maakte, samen met nieuwbakken sterrenvriendin Liesbeth voor het eerst kennis met de zuidelijke sterrenhemel., een lang gekoesterde wens ging in vervulling door een onvergetelijke kennismaking met de legendarische sterren Alpha en Beta Centauri, het Zuiderkruis, Valse Kruis, Canopus en Kiel , Centaur, de gehele Schorpioen en Boogschutter, een glorieuze aanblik van de melkweg en zijn ontelbare sterrenhopen en nevels. De noordelijker sterrenbeelden bleken inderdaad op de kop staan. Het viel niet mee om snel deze sterren vast te stellen. Soms moest je helemaal met je hoofd naar achteren buigen om het verband te zien. We zagen die avond ook Sirius en Procyon nog. Recht boven ons hoofd oa Mars en Maagd. Liesbeth was er van overtuigd dat Castor en Pollux nog te zien moesten zijn aan het begin van de avond. Eigenaardig was trouwens ook toen bleek hoe verschillend mensen naar de sterren kijken. Ieder op zijn eigen manier. Liesbeth ontdekte aan de rand van de camping een paar donkere plekken met vrije horizon.
Favoriete objecten naast de sterren voor mij waren Omega Centauri en 47 Tucanae (bolhopen), Grote Magelaanse Wolk (sterrenstelsel) met Tarantulanevel, Open hopen in Schorpioen, Centaur, Zuiderkruis en Kiel, de donkere stofwolk de Kolenzak en natuurlijk de aanblik van de gehele melkweg. Zo’n donkere hemel had ik volgens mij nog niet meegemaakt.
De eerste baobabboom
11 juni: Slecht geslapen op te harde grond, matje onder slaapzak te dun. We moesten gelijk vroeg uit de veren voor een winderige rit (Jos en ik zaten achterin de truck) van zo’n 600 km naar Livingstone. Tijdens een stop in Mazabuka kennis gemaakt met de eerste Zambianen, waaronder een bedelend meisje met haar blinde vader(?). Het was ons afgeraden om bedelgeld te geven om zo geen bedelcultuur te scheppen. Maar achteraf had ik een schuldig gevoel bij het weer weg rijden. Onderweg stopten we bij onze eerste baobab. Bij aankomst in de plaats Livingstone zagen we al de Vic Falls nevel. We reden naar en zetten onze tenten op camping the Waterfront in afwachting van de bbq en een nieuwe prachtige sterrenhemel. Jos keek iets te veel omhoog en stootte hardhandig zijn schenen aan een picnicbank. Liesbeth gaf naast de camping nog een gratis les sterrenkunde aan twee bewakers van de African Queen . Mijn stoelgang werd er niet beter op en ik bleek niet de enige. Jaap wees ons aan de bar op het voor ons onbekende drankje genaamd Amarula waar we later meer mee te maken zouden krijgen.
Victorian Falls
12 juni: Na een slechte nachtrust, de ruisende Victoria Watervallen en de harde grond hielden me wakker, moesten we weer vroeg op voor een voettocht/ritje naar de beroemde Vic Falls, een symbool van Afrika. Het was schitterend de Falls te naderen met de nevel steeds prominenter in beeld. Daar aangekomen veel foto’s gemaakt. Zelfs met een regencape hield je het niet droog. Mijn rugzak bleek bij lange na niet waterdicht te zijn. Ik was zo slim om bijna al mijn boeken mee te nemen. Veel regenbogen gezien waaronder een volledig ronde, een prachtig gezicht. Het geraas van de 100 meter hoge 1700 meter brede watervallen was bijna oorverdovend.
Victorian Falls
Na een bezoek aan de souvenirverkoopplaats reden we verder naar Botswana. Het tempo zat er goed in, het leek soms meer op een race dan een vakantie, maar goed. Na paspoortcontrole staken we per veerpont de Zambezi over. In Botswana aangekomen werden we goed gewezen op de strenge regels in dit economisch wonder van Afrika. De mensen leken iets minder vriendelijk dan in Zambia. Direct bleek ook de weelderige fauna, we zagen na de oversteek gelijk al een olifant en allerlei verschillende vogels. Zo ook op de camping, de Chobe safari lodge bij Kasane aan de Chobe rivier waar we twee nachten zouden verblijven.
African Fish Eagle aan de Zambezi
Blauwe metalic-kleurige spreeuwen met fel oranje ogen. Wrattenzwijnen kwamen bedelen. Eekhoorns, banded mongoose, spechten en verschillende soorten vogels kwamen langs. Ongeruster werden we van de bordjes “beware of the crock”en “beware of the hippo”. Liesbeth deinsde nergens voor terug en wilde haar tent al bij de waterkant zetten. We maakten nog kennis met een Zuid-Afrikaner uit Johannesburg en zagen aan de waterkant na zonsondergang met Liesbeth Castor en Pollux ondergaan. De tuinsproeiers deden een beroep op onze behendigheid. De deelnemers van de middag-gamedrive zagen nog leeuwen. Die heb ik nergens gezien. ’s Avonds hadden we een nightdrive van 8 tot 10. We zagen o.a de waterbok, olifanten, bavianen, uil, civetkat, wilde kat, springhaas. Met behulp van een halogeenlamp trachtte men de dieren op te sporen. Ik lette nog op de sterren, je kon ze zien tot op de horizon.
Mooie zonsondergangen had je daar.
13 juni: Slapen met op de achtergrond het oink-oink van de hippo’s . 5:45 uur wakker. Verslapen! Snel kleren aan want om zes uur was de ochtenddrive. Sprintje trekken had niet gehoeven, want de safariwagens kwamen pas om half 7 opdagen. We zagen in het Chobe NP o.a. een visarend, gier, nijlpaarden, koedoes, een kudde olifanten, impala’s, bavianen, bonte ijsvogel.
’s Middags vrij tot 3 uur. We maakten hier gebruik van door kaartjes te kopen, te schrijven en te verzenden. Van 3 tot 6 hadden we een cruise op de Chobe rivier, waar we heel veel (ijs)vogels, bijeneters, plevieren, zwaluwen, visarend, nijlpaarden, de eerste buffel, impala’s en een olifant zagen.
Na een rijke vleesmaaltijd met koedoe en impala (taai spul) en heerlijk toetje dronken we een laatste blikje bier, zagen nog een wilde kat in de struiken aan het water en gingen naar de tent. Natuurlijk eerst nog wat sterren gekeken (waaronder de Jewel Box, de Druiventros, Omega Centauri, eta Carinae en de Zuidelijke Pleiaden), ook met Jaap en Alfred.
14 juni: Op naar de Makgadikgadi Pans, een uitgestrekte zoutvlakkte en de plaats Nata. We moesten onderweg nog een halfuurtje stoppen voor een kudde van zo’n 30 overstekende olifanten.
Olifanten op de weg, klik op het plaatje voor een vergroting.
In de Pans zagen we veel vogels, Nu kwam Jos zijn vogelkijker van pas. We zagen een jakhals (black-backed jackal), struisvogels, pelikanen, flamingo’s, visarend, black-chested snake eagle, een soort purperreiger en weet ik wat nog meer. Ook troffen we pootafdrukken van een nijlpaard aan. In de buurt was een camping waar we onze tenten opsloegen, waarna we gingen eten en genieten van een paar slokken Amarula. Samen met Liesbeth en later met Jos, Cor en Jaap gingen we nog wat sterren kijken. De horizon was prima zichtbaar. Liesbeth was zo moe, dat ze vroeger dan normaal haar slaapzak opzocht. Weldra volgden Jos en ik.
15 juni: De rit vervolgde in zuidoostelijke richting naar Francistown, onze meest zuidelijke bestemming van de vakantie, ca 21,5 ° zuiderbreedte. Om bij Plumtree, waar men middels een groot bord werd aangespoord condooms te gebruiken (“it’s cool to use them”) de grens naar Zimbabwe over te steken viel nog niet mee. Bij de grens gebruikten we de lunch waar de mensen konden genieten van onze wappershow. Na zo’n halfuur in Zimbabwe te hebben gereden werden we met grote snelheid ingehaald door een paarse auto en naar de douane post terug gedirigeerd. Het bleek een nepbeambte te zijn. De formaliteiten bleken in orde en we konden onze weg vervolgen. Na ruim 100 kilometer bereikten we Bulawayo, de 2e stad van Zimbabwe. Een behoorlijk groene stad. Ongeveer 15 kilometer oostelijk van Bulawayo zetten we onze tenten op in Kings’ Lodge voor twee nachten. Hier hadden we een ruim uitzicht op de sterrenhemel. Het was er echter wat heiig en vochtig en Bulawayo zorgde voor enig strooilicht.
’s Avonds togen we naar de stad om een hapje te eten in een restaurant. Liesbeth bleef achter in de lodge met als maaltijd een aantal koekjes, zij was het truckrijden goed beu en wou de omgeving verkennen. Bij het restaurant aangekomen moest Mick de truck eerst hier en dan weer daar neerzetten, hij bleef aan de gang. Het eten was best goed. Terug naar de lodge. De koudste nacht was aanstaande . De volgende morgen stond er rijp op de tenten en lazen we 2° C op de thermometer. Slapen lukte mij echter prima, want mijn slaapzak was er op berekend. De tocht naar de douche was echter geen pretje.
16 juni: Vandaag stond een game-drive naar Matobo NP en een bezoek aan de World View, het graf van Cecil Rhodes op het programma. Na een kilometer of 70 te hebben gereden in een krappe safaritruck bereikten we het park. Dit is volgens mij het mooiste park van de reis omdat het volstaat met schitterende, 3 miljard jaar oude gestapelde rotsblokken, de zgn “Balancing Stones”. We kwamen aan bij een sprookjesachtig gelegen meer met op de achtergrond genoemde rotsformaties. Verderop lag een krokodil half in de berm van een eilandje. Even later was hij verdwenen. Hier gebruikten we de lunch. De rust werd ruw verstoord omdat men er meende een pompinstallatie te moeten aanzetten. Jos zag hier ook nog een ijsvogel (de Malachite Kingfisher, onze bekende ijsvogel). Na een uur gingen we verder door het park. We zagen er nijlpaarden, een giraffe, zebra’s, zwarte arenden, klipdassen, ijsvogels en er stak een kudde wildebeesten over, een hoogtepunt voor Jos en mij. Nog boeiender was tenslotte een close-encounter met een viertal witte neushoorns. We naderden ze in kleine groepen op zo’n 12 meter. Aangezien ze bijna blind zijn zagen ze ons niet en gingen onverstoorbaar verder met grazen, hierbij gehinderd door een vogel die in een oor wou. Fantastisch zo’n prehistorisch beest met die oeroude rotsen op de achtergrond. In dit prachtige park gingen we nog een paar rotstekeningen bekijken van de bushmen, de oorspronkelijke bewoners. Tegen zonsondergang togen we naar Worlds’View, de volgens Cecil Rhodes mooiste plek, waar hij begraven ligt. Hier bekeken we de ondergaande zon, na een betoog van de gids.
Ga maar achter een boompje staan, dan overkomt je niets, aldus de gids (links), klik voor een vergroting
Daarna retour Kings’ Lodge, waar we een bord zelfklevende spaghetti gingen verorberen. De eigenaar stelde zijn telescoop ter beschikking. De telescoop, een 114 mm newton van Tasco, was van een matige kwaliteit. Veel stof op de spiegel en 2 oculairtjes met een heel klein blikveld. Na wat gehannes, er zat een lichte parallactische montering bij waarop de kijker niet echt vrij kon bewegen, borg ik hem snel weer op, want met Jos zijn kijker heb je een veel beter beeld en is veel handiger in het richten.
Net koeien, wel oppassen.
17 juni: Na de tweede koude nacht reden we, na eerst Bulawayo te hebben verkend (we maakten hier kennis met doctor Bush die ons wat wiet kwam aanbieden) en een kopje koffie te hebben genuttigd, richting Hwange (spreek uit: wénkie) NP. ’s Middags hadden we hier een gamedrive.
We zagen hier een paar keer de yellowbilled hornbill, een vogel met een toekanachtige gele snavel, 4 krokodillen bij water, een langstrekkende kudde gnoes, zebra’s, olifanten, een neushoorn. De leeuw liet zich wederom niet zien, die konden we op onze buik schrijven. ’s Avonds met Liesbeth en Jos sterren gekeken op de camping. Aan de horizon was nog de Grote Magelaanse Wolk zichtbaar (satellietstelsel van de Melkweg) met daarin de enorme Tarantula-nevel. Het was erg koud en ik heb wat oefeningen moeten doen om warm te worden. Het lukte ons om de buitenste sterren van Omega Centauri (een bolvormige sterrenhoop met ruim 1 miljoen sterren) op te lossen in de Kowa vogelkijker. Verder opnieuw de sterrenhopen en nevels in de zuidelijke melkweg bewonderd. Om ongeveer 11 uur kwam Douglas de bewaker op enthousiaste wijze een praatje maken, even later dook hij op bij het kampvuur, waar hij ons wat tips gaf, mochten wij overvallen worden bij de tent. “Is it loaded” vroeg Cor, doelend op zijn vuurwapen. “No, eh..yes” was het antwoord.
baobab vlakbij de Victorain Falls.
18 juni: Weer vroeg uit de veren (Douglas en partner liepen net langs tijdens een bewakingsrondje langs het schrikdraad) voor de rit naar Victoria Falls aan de Zimbabwaanse zijde van de Zambezi. Ik voelde mij ’s morgens al niet goed, waarschijnlijk een koutje gevat gisteravond. Tijdens de rit deden we nog een souvenirwinkeltje aan. Ton gooide zijn petje in de strijd en Willian tikte een giraffe van ruim 1,5 meter op de kop. Rillend van de kou bracht ik de tocht door in de truck. In de warme zon tijdens onze verkenning van de plaats Victoria Falls ging het iets beter, zo kon ik nog wel genieten van de ballonvaart met uitzicht op de watervallen (120 meter hoge vlucht). Ton ontdekte nog 2 olifanten vanuit de bak. Na de ballonvaart renden we naar een winkel waar we eclips T-shirtjes wilden kopen. Helaas, die hadden ze niet, maar wel een handig eclipsboekje.
We staken de grens over en belandden opnieuw in Zambia, waar we onze tenten wederom op camping the Waterfront opsloegen. Ik meldde mij ziek bij Suzanne en liet nog een bijtplek op mijn arm zien.
19 juni: Zij wou ivm kans op malaria geen risico nemen en de volgende morgen bezochten we een arts in Livingstone, dokter Shafik, die een betrouwbare indruk maakte. De koorts was al weer gezakt (naar 37,5 °) en mijn bloeddruk was normaal. Ik kreeg vier verschillende soorten tabletten mee, waaronder een sterker middel tegen malaria. Alcohol was uit den boze. De dokter kon geen uitsluitsel geven of ik wel of geen malaria onder de leden had. Dus ik direct een stuk of 8 pillen naar binnen gewerkt (de volgende dagen 3×6 per dag) waar ik zowat van flauw viel, zo suf werd ik ervan.
Victoria Falls.
Later op de middag wat geprobeerd te eten, waarna nog een booz-cruise op de Zambezi volgde. Hier kon je onbeperkt drinken, wat een aanwezige Engelsman genaamd Roger nogal vrolijk stemde. Na de booz-cruise kregen we spannende verhalen te horen van de deelnemers aan het raften. Hun boot sloeg 2 keer om, gelukkig waren er geen gewonden te betreuren. Na een lange nachtrust stond de terugreis naar Lusaka (zo’n 600 kilometer) op het programma.
20 juni: Op weg naar Lusaka hadden we weer een stop in Mazabuka. We belandden opnieuw op onze eerste camping, de Pioneer. Vlakbij was een heuvel met uizicht op de zuidwestelijke horizon, voor het waarnemen van de zonsverduistering de volgende dag.
21 juni: Eclipsdag! Het was wederom een onbewolkte dag! Ik voelde mij vandaag weer een stukje beter, alleen de darmen gooiden nog roet in het eten. We konden uitslapen en na een goede nachtrust maakten we ons klaar voor de eclips. Bij het testen van zijn eclipsbril probeerde Ton het beeld wat te vergroten door zijn verrekijker er voor te plaatsen. Reinder waarschuwde hem nog net op tijd dat dit geen veilig methode is: er zaten 2 brandgaten in Ton’s bril! We gingen met het eerste groepje richting de heuvel en zochten daar een geschikte plek. We bleken niet helemaal op de centrale zone te zitten. We maakten, naast een aantal belangstellende Zambianen kennis met onze waarneemburen, twee Duitsers. Om 13:41 hadden we 1e contact, Met de verrekijker zagen we nog een aantal zonnevlekken. Langzamerhand werd het steeds sneller donker en via een Tuc koekje kon je prima de sikkeltjes afbeelden. De spanning steeg en de temperatuur daalde in de schaduw slechts 2 graden, van 21° naar 19° C. Om 15:09 was het zover. Het werd heel snel donkerder en opeens was de schaduw er, het laatste sikkeltje was aan het slinken: de diamantring verscheen en de corona kwam prachtig voor de dag, met lange uitlopers. De verduisterde zon gaf samen met de leisteenblauwe hemel een vreemde buitenaardse sfeer. Jupiter verscheen (ik dacht eerst Venus), aan de horizon was een oranje gloed te zien. Jos keek door de verrekijker en ik zocht de zon/maan door de telescoop. Ja daar was het, naast de inktzwarte schijf zag je een grote zgn rustige protuberans, waar ik draderige details in zag. De kleur was lila/lichtroze. Aan de linkerbovenkant zag ik nog een lusprotuberans (een boogje). Jos en Ton keken ook nog door de telescoop. Het verliep allemaal veel te snel natuurlijk: weldra zag je steeds meer chromosfeer aan de linkeronderzijde en na ruim 3 minuten totaliteit priemde er een zonnestraal en verscheen wederom de diamantring en was het allemaal over, de anticlimax. Vliegende schaduwen hebben we niet gezien (ook niet op gelet). Liesbeth lette op de kleuren en op sterren rondom de verduistering en nam Sirius en Betelgeuze waar. De walkman registreerde het geluid, maar het resultaat was niet spectaculair. We bekeken de video van Jaap ter plekke en later op de camping de video van een Engelsman. Voor het eten bezochten Liesbeth en ik nog een voetbaltrainingswedstrijd en hadden nog een gesprek met de coach van het rozenkweekvoetbalteam. Na het avondeten namen we afscheid van de sterren op het veldje waar we voor het eerst de zuidelijke hemel mochten bewonderen en brachten de laatste nacht in Afrika door.
22 juni: Vroeg opstaan voor een vogelkijk-ochtend wandeling op de camping waar we genoten van de opkomende zon boven de ochtendnevel. We maakten ons op voor de terugreis en togen naar Lusaka Airport waar een Airbus klaarstond om ons naar Nairobi te vliegen. Voor we konden opstijgen moesten we heel lang in de rij staan voor de incheckbalie, waar men de eclipsdrukte totaal niet aankon. Bij het aan boord gaan bleken de zitplaatsen vrij te zijn. Echter, een man van de andere Baobab groep bleef zijn plekje aan het raam claimen en belemmerde ook nog eens het looppad. De Indische vrouw die zijn plaats had “gestolen” begon te gillen omdat de onreine man naast haar wou zitten, waarna een stewardess aangesneld kwam, die met haar in gesprek ging. De Indische vrouw bleef zitten waar ze zat en de onreine man droop af naar elders.
Tegen zonsondergang landden we op Nairobi Airport waar we een uur of zes moesten doorbrengen. We maakten van de gelegenheid gebruik door nog wat souvenirs te kopen en wat te eten. Om ca. 23 uur stegen we op in een McDonnell Douglas MD-11 vliegtuig voor de lange vlucht naar Schiphol.
23 juni: Ik zat naast een Amerikaanse mevrouw die op safari in Kenia was geweest met haar dochter. Zij zou pas de volgende dag om 3 uur ’s middags aankomen in Los Angeles. Slapen lukte totaal niet in het vliegtuig, ook niet na het zien van een paar flauwe komedies. Aangekomen op Schiphol vroeg een man bij de gate of we een bom bij ons hadden. Na de koffers te hebben bemachtigd namen we afscheid van de groep en kwamen we in aanraking met de jungle van de NS, wat resulteerde dat we nog een uur op Schiphol moesten blijven. Via Amsterdam Centraal overstappen naar Amersfoort en naar Groningen. We werden wakker gehouden door een vrouw die haar 2 kinderen totaal niet onder controle had en regelmatig haar handen liet wapperen.
Met de taxi waren we uiteindelijk pas om half elf thuis.
Waarnemingen:
White-fronted Bee-eater, toch nog herkenbaar. Klik voor een vergroting.
In de volgende tabel staan de vogels die ik met zekerheid heb gedetermineerd. Ik heb wel meer soorten gezien, maar zou niet weten welke. Ondere andere nog een onbekende gier, sperwer en vele andere soorten. Alle namen staan vermeld in het engels, het is namelijk onmogelijk om alles te vertalen in het nederlands. Stuur me maar een mailtje als je er niet uitkomt. Voordat ik op vakantie ging heb ik een lijst gekregen van vogelnamen in verschillende talen. Deze kan ik dus op verzoek met doormailen.
Hetzelfde geldt voor de dieren onder de lijst, hier heb ik overigens geen nederlandse namenlijst van.
Vogelnaam | Plaats | Verklaring |
Ostrich | MW | M = Makgadikgadipans |
White Pelican | M | W = Hwange N.P. |
Grey Heron | D | D = Different places |
Cattle Egret | NZ | N = Nairobi Airport |
African Fish Eagle | ZC | Z = Zambezi |
Bataleur Eagle | C | C = Chobe N.P. |
Black-chested Snake-eagle | MH | Ma = Matopo N.P. |
Black Eagle | Ma | L = Lusaka |
Blacksmith Plover | D | Li = Livingstone camping |
Blackwinged Stilt | M | |
Water Dikkop | Z | |
Malachite Kingfisher | Ma | |
Pied Kingfisher | CZ | |
Woodland Kingfisher | Z | |
Whitefronted Bee-eater | D | |
Lilacbreasted Roller | D | |
Pied Crow | D | |
Blackeyed Bulbul | D | |
Heuglin’s Robin | D | |
Bleating Warbler | D | |
Longtailed Shrike | HC | |
Longtailed Starling | C | |
Redbilled Oxpecker | CHMa | |
Hamerkop | CZ | |
Hadeda Ibis | Z | |
Spoonbill | M | |
Greater Flamingo | M | |
Egyptian Goose | D | |
Redbilled Francolin | C | |
Helmet Guineafowl | CMa | |
Redknobbed Coot | D | |
African Jacana | Ma | |
Cape Turtle Dove | D | |
Senegal Coucal | H | |
Spotted Eagle Owl | C | |
Cardinal Woodpecker | C | |
Yellowbilled Hornbill | D | |
Ground Hornbill | D | |
Blue Waxbill | D | |
Crimsonbreasted Shrike | H | |
Black Kite | N | |
Black Redstart | L |
Naast deze vogels heb ik de volgende dieren gezien: African Elefant, Hippo, Giraffe, Warthol, Buffalo, Kudu, Blue Wilde Beest, Sable, Waterbuck, Impala (in alle parken), White Rhino (MH), Zebra, Black-backed Jackal, African Civit(C), Small Spotted Genet(C), Banded Mongoose, Chacma Baboon, Vervet Monkey(LiH), Tree Squirrel, Springhare(C), Nile Crocodile (MaCZ), Klipdassen (Ma).
Leuk was het om een aantal beesten zoals de Warthols, Vervet Monkey’s, Squirrel en Mongoose over de camping te zien wandelen. Vooral bij Chobe was dit het geval. De minste dieren zagen we in Zambia. Pas toen we aan kwamen in Botswana werd het interessant en zagen we de eerste olifant aan de kant van de weg en gieren in de lucht zweven.
Het mooiste was het oversteken van een kudde van zo’n 30 olifanten over de weg. Tevens was de ontmoeting met de neushoorns van dichtbij erg indrukwekkend.
Fotogenieke Olifant.